Ooit beschilderden wij als dank voor onze leraar wiskunde het klaslokaal met een woud van groenbruine bomen tegen een bordeauxrode achtergrond. Hoe wij op het idee waren gekomen, ben ik vergeten en het bordeauxrood moest beslist een wilde ingeving zijn geweest, maar de schooldirecteur had het goedgevonden en nu wilde geen enkele leraar meer lesgeven in dit klaslokaal en werd de betreffende docent veroordeeld tot het levenslang lesgeven tegen bos met bordeauxrood licht.

Later leek het allemaal nog goed te komen: de macht van de wiskundeleraren nam toe (het vak werd verplicht gesteld), de positie van de directeur verzwakte (zijn weinige fouten werden hem eindeloos nagedragen) en een bordeauxrode lucht: dat was toch inderdaad niet de beste keuze, al hadden wij dit alles zelf nooit gemerkt omdat het nut van wiskunde toch maar zeer betrekkelijk is, de directeur de aardigste was die we denken konden en we nu eenmaal altijd met onze rug naar het geschilderde bos zaten: wij zagen slechts de krijtwolken van het oplossen van een moeilijke vergelijking, waaruit we wel begrepen dat kunst en wiskunde veel gemeen hadden.
En over smaak valt te twisten.