Bier is goud. Geld is goud. De pot met dukaten aan het einde van de regenboog is goud. Handdrukken zijn goud. Gedenkwaardige horloges zijn goud.

Eerlijk duurt het langst, maar is ook goud. De 17e eeuw is goud. Olie is (het zwarte) goud. Het licht is vloeibaar goud. Met geen goud te betalen.
Ankie van Grunsven is goud. Fannie Blankers-Koen. Pieter van den Hoogenband. Art Schenk is goud. Bruidsparen, momenten, platen zijn goud: Het smurfenlied, Heb je even voor mij, enzovoort enzovoort.
Eigen haard. Zonnestralen, maar niet alles wat er blinkt is goud. Klatergoud is geen goud.

Goud is goud (van één gram goud kun je een plaat slaan van één bij één meter). Overal ter wereld is goud. In de sake, munten, armbanden, ramen (zonwerend), in medicijnen (tegen reuma, verslaving, depressies), in rivieren, mineralen, in onze hersenen, maar toch vooral in Zuid-Afrika.

Een enkele greep is goud. Beloofde bergen zijn goud. Harten zijn van goud, soms, maar soms van steen. Zwijgen is goud.
Het graan is goud.