Het valt niet mee om groen te zijn, zong ook Kermit de kikker al, en dat is zeker waar voor de milieubeweging in Nederland. Een groene partij als GroenLinks bijvoorbeeld is tegen de pelsdierfokkerijen, maar vooral omdat zij tegen bont is. En een nerts heeft dan misschien weinig ruimte in zijn hok, maar een varken krijgt in Europa slechts 70 of 80 centimeter: een klein uitgevallen konijnenhok.
Wie zijn hond in een hok van 70 centimeter stopt en nooit uitlaat krijgt de dierenbescherming op zijn dak, maar voor varkens mag het. Alleen over het vervoer van varkens over de weg is GroenLinks kritisch, omdat er teveel varkens onderweg sterven.
Ik kan maar niet begrijpen wat er tegen bont is (koeien dragen het) en ik heb ook niets tegen een speklapje en niets tegen de jacht (vissen mag toch ook?). In de milieubeweging heb ik dan ook niets te zoeken, maar toch ben ik voor rechten voor het varken.
In 2003 werd bepaald dat in varkensstallen (kunnen we niet beter spreken van varkensconcentratiekampen?) tenminste een klein raamje moet zitten waardoor daglicht naar binnen valt. En dat was het dan.
Ze moesten het Europarlement in een stal opsluiten.