Hij was zonder twijfel de eerste moderne schaker en zelfs was ik een beetje teleurgesteld toen Hans Ree, sprekende over de tegenwoordige schakers en het pokerspel, Lasker niet noemde, de wereldkampioen schaken van 1894 tot 1921 (!). Toegegeven, het kwam in zijn verhaal niet zo te pas en er is wel iets veranderd met de komt van de grote Kasparov, die twee decennia lang de schaakwereld domineerde en bekend staat als de beste schaker aller tijden, maar toen Lasker leefde was dat Lasker.
Lasker promoveerde in de wiskunde, zag voor zichzelf een mooie carrière in deze wetenschap in het verschiet, maar zijn grootste verdiensten bleven (ondanks zijn toch ook gevestigde naam in de wiskunde) in de schaaksport. Ook was hij een zeer sterke go-speler, bridger en pokerspeler en hij bedacht er zelf nog spellen bij zoals het Molen-spel.

Lasker kon het zijn tegenstander erg moeilijk maken en velen bewonderen hem daarom, waaronder ook Kasparov, die weet waar hij over praat. Maar Ree zij nogmaals vergeven, want wie Lasker roemt om zijn successen die hij nog op hoge leeftijd behaalde, kan niet meer om Kortsnoi heen: wat dat betreft de grootste.