Een goed verhaal maakt het wonderlijke waar, zoals ook in Pippi Langkous, het boek over de gelijknamige hoofdfiguur (een vondst van Lindgrens dochtertje, die haar moeder verfraaide tot Pippilotta Victualia Rolgordijna Kruizemuntina Efraïmsdochter Langkous) die met haar aapje en paard in Villa Kakelbont woont, ergens aan de rand van een klein dorpje in Zweden.
Lindgren heeft kinderen een huis gegeven. Een huis zonder ouders, trouwe vriendjes en een tas vol met gouden ducaten, alles wat verder nog nodig is in het leven is superkracht, die ontspruit aan de fantasie. Het aantal Villa Kakelbonts in de wereld is inmiddels haast ontelbaar en dat is voor kinderen een groot geluk.
Lindgren: "Aan het geluk of het ongeluk van je kind kan je niet zoveel doen. Je kunt hem laten zien waar hij troost kan vinden als hij bedroefd is en vreugde en schoonheid als hij het leven saai en triest vindt. Je kunt hem vrienden geven die hem nooit in de steek laten... ja, je kunt hem de weg naar het boek wijzen. En het moet nu gebeuren. Nu, zolang hij of zij zes of acht of tien of twaalf is. In die tijd moet het gebeuren. Daarna is het te laat. Te laat om de weg te vinden die naar het allergrootste avontuur leidt."