Het had het feestje van de KRO moeten worden. De verkiezing van de Grootste Nederlander aller tijden; Een op zich zelf onorigineel kopie van een onnederlands idee, waar, om alles goed te maken, Willem van Oranje op de eerste plaats had moeten eindigen. Ware het niet dat de uitslag bekend moest worden gemaakt vóórdat alle stemmen geteld konden worden, zodat Nederland een Amerikaanse verkiezingsavond kon beleven waar de één de meeste stemmen kreeg, maar de ander won, de nog altijd niet vergeten Pim Fortuyn: de Robbert F. Kennedy van de Lage Landen (over welke laatste voormalig minister van buitenlandse zaken Luns, na de mislukte onderhandelingen over Nieuw-Guïnea zei: "Ze moesten al die Kennedy's door de kop schieten") die ons hiermee een saluut bracht vanuit zijn graf: wàt een strijd, wàt een tegenstander en wàt een finale. Wàt jammer dat de beste man dat niet meer mee heeft mogen maken.

Door het wonderlijke toeval van Willems achternaam (geboren Nassau, maar enig erfgenaam van René van Châlon, de Prins van Oranje), is Oranje synoniem geworden voor Nederland. De toenmalige koning (Philips II) noemde hem "de pest van de gehele Christelijkheid en vijand van het menselijk geslacht". Een waardige nummer twee.