|
|
Hij behoort tot één van de kleurrijkste figuren
van de Gouden Eeuw en waarom zouden we hem dan niet de eer aan doen de naamgever te zijn aan indigo als één
van de zeven kleuren van het licht; de kleur die in zijn eigen streek bovendien wel bekend was: Newton kwam uit
Lincolnshire, dat bekend stond om zijn wedeteelt.
Deze reus in de wetenschap zag ooit twintig jaar van zijn werk verloren gaan toen zijn hond een lamp omstootte
en een grote brand aanrichtte, maar hij nam het het eenvoudige dier niet kwalijk, en hoe kon hij ook.
De breking van het licht speelt een belangrijke rol in onze waarnemening, zeker wanneer wij door lenzen (naar de
hemel) kijken, iets dat in Newton's tijd betrekkelijk nieuw was (de telescoop was een Nederlandse vinding uit 1608,
en werd vooral beroemd door Galilei die er in 1609 de vier (grootste) manen van Jupiter mee zag), en Newton zou
Newton niet zijn als hij er geen belangwekkende gedachten over had: het is één van zijn meest fundamentele
ontdekkingen. Dat hij zeven kleuren benoemde (en geen drie), komt door de magie van het getal zeven: het moesten
gewoonweg er zeven zijn. En zo kreeg het indigo zijn plaats tussen (licht)blauw en violet. |
|