1966 was een bewogen jaar. Er hing, zogezegd, verandering in de lucht. In Nederland en Duitsland werden de gemoederen vooral beheerst door een beloega, een witte walvis die in de volksmond al snel Moby Dick werd genoemd. Deze walvis zwom in dat jaar de (destijds sterk vervuilde) rijn op, ver buiten zijn normale verblijfsgebied. Een buitenkansje voor de dierentuin van Duisburg, zo dacht de directeur van deze instelling (Dr. Gewalt). Hij, Gewalt, trachtte de walvis te vangen, maar de beloega was hem te slim af. Het dier trok de aandacht van de media en al snel ontstond er een levendig debat over de jacht op deze walvis (en die van de onbeholpen Gewalt in het bijzonder), de toestand van het rijnwater, maar vooral ook over de vraag wat deze beluga feitelijk kwam doen zo ver van huis. Was het per ongeluk in de rijn terecht gekomen? Had het een doel? Wilde het misschien zelfs een boodschap overbrengen?
Hoe het ook zei: de walvis zwom met wat omwegen naar Bonn, toen de regeringszetel van het Wirtschafftswunder, onderhield daar politici (velen waren uitgelopen uit een top-conferentie die daar in die dagen aan de gang was) en pers en zwom daarop terug het zeegat uit.
Het zal het begin van de milieubeweging blijken te zijn.