De wereld vaart op grote geesten. Al moet men zes dagen in de week het land bewerken zonder zijn eigen kinderen fatsoenlijk te eten te kunnen geven, men zal wachten tot de Verlosser opstaat en zegt: tot hier en niet verder.

In de vroegste eeuwen van onze jaartelling liet het vervolg zich raden: dan kwam het Romeinse Leger om de Verlosser te kruisigen en zijn volk uit te moorden, maar in 731 was er in het verre Engeland geen Romeins Leger meer en kon de geest weer bloeien.

Alsof de Romeinen nog niet genoeg verslagen waren, trokken de grote geesten zich op aan één van de gekruisigden, de zelfverklaarde verlosser van het Joodse volk bij wie de geschiedenis zou zijn begonnen, alsof er geen Ceasar ooit geleefd had: Christus.

Maar de stand van onze beschaving las Bede toch nog altijd af aan het Colosseum te Rome, waarover hij gezegd heeft: "Zolang het Colosseum bestaat, zal Rome bestaan. Wanneer het Colosseum vergaat, zal Rome vergaan. En wanneer Rome vergaat, zal de wereld vergaan."