Draken
Ook moet er een draak zijn in het verhaal. Misschien wel Prwl, het microscopische kleine draakje met zijn krachtige
panser en holle maag, dat langs een haar naar binnen kroop in een mensenhoofd.
Overal om ons heen zijn draken, verborgen in het veld. Of onder het spiegelend
oppervlak van een meer. Of in de donkere krochten van ons huis. Soms slapen zij op grote diepte, maar niet zelden
klopt hun brandende hart vlak onder de huid.
De meeste mensen zijn zo wijs hun draken te laten rusten. Niemand keerde immers
terug van zijn tocht tegen de draak. Niemand behalve Joris, de heilige. Of Sint Michael, bezweerder van het grote
onheil. Of Lancelot, ridder van Arthur.
Schrijvers echter zijn niet als de meeste mensen. Zij hebben nu eenmaal de plicht
over draken te schrijven en de strijd die tegen hen geleverd werd. Beowulf met Grendel bijvoorbeeld. En zoals de
eindeloze verhalen die doorgaan tot op de dag van vandaag.